Orgelgeschiedenis (2)

Rond 1970 wist niemand in Kekerdom meer dat het kerkje een orgel van het beroemde orgelgeslacht Smits bevatte totdat het dagblad De Gelderlander op 20 oktober 1975 kopte: Leden orgelkring ontdekken Smitsorgel in Kekerdom. Het dagblad vervolgde met: “Twee leden van de Nijmeegse orgelkring en een lid van het Monumentencomité uit Ubbergen hebben, nadat ze door de Beekse organist Toon Voskuilen op het spoor waren gezet in de St. Laurentiuskerk in Kekerdom een compleet Smitsorgel ontdekt. Het orgel dateert vermoedelijk uit 1865 en is afkomstig van de werkplaats van de gebroeders Smits uit Reek in Brabant.”

 

logo Vermeulen De eerste die zich realiseerde dat het orgel in de Kekerdomse kerk weleens iets bijzonders zou kunnen zijn, was de organist van de Beekse St. Bartholomeuskerk Toon Vermeulen, die tijdens een uitwisseling tussen de Beekse en Kekerdomse koren het voor hem onbekende orgel moest bespelen. Hij herkende het aan het wat melancholieke geluid van de fluiten waar de Smitsorgels beroemd om waren. De orgelkenners ontdekten ook dat het Kekerdomse orgel een prachtig trompetregister bevatte. Hoewel het binnenste van het orgel een gedegen indruk maakte, werd tevens geconstateerd dat het orgel dringend aan restauratie toe was. Met behulp van Ton Gijsberts, de toenmalige voorzitter van het Ubbergse Monumentencomité, wendde het kerkbestuur van de St. Laurentiusparochie zich tot de Rijksdienst voor de Monumentenzorg om financiële ondersteuning voor de broodnodige restauratie, waarvan de kosten begroot werden op f. 215.851,50.

Op 21 augustus 1980 deelde de toenmalige Staatsecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in een schrijven aan het kerkbestuur mee bereid te zijn in de kosten voor de restauratie van het orgel een subsidie van 50%, zijnde F. 107.926,- te willen verlenen.

De restauratie werd in het kader van een totale kerkrestauratie uitgevoerd door de orgelmakers Gebrs. Vermeulen te Weert en in het voorjaar 1982 voltooid. Het orgel werd nu weer, zoals oorspronkelijk het geval was, in de balustrade geplaatst. Neogotische toevoegingen aan de orgelkast werden verwijderd en de verbindingen tussen de grote pijptorens hersteld. Vanwege de slechte toestand van de oude frontpijpen -uit lood, ouder en nieuwer zink en uit hout vervaardigd- werd gekozen voor geheel nieuw frontpijpwerk.

Dit bleek in 2015 gerestaureerd te moeten worden, omdat bij de laatste restauratie een verkeerde samenstelling van materialen is gebruikt. In 1981-1982 werden ook windladen en mechaniek, klaviatuur en pijpwerk waar nodig naar voorbeelden van Smits gerestaureerd of nieuw vervaardigd.