Vastentijd
Tijdens de veertig dagen durende vastentijd voor Pasen werd van je als kind verwacht dat je niet snoepte. Snoepjes die je kreeg in die tijd bewaarde je een blikje dat pas met Pasen open mocht. Het hele jaar door was vrijdag een vastendag waarop geen vlees, maar vis gegeten werd.
Legendarisch is het verhaal van pater Rubens S.J. die in de vastentijd in de kerk in de Molenstraat preekte en zei: “maar die kroketten van slager Brinkman van hiernaast mag je best eten, want daar zit toch geen vlees in”.