Brand in 1872
Nauwelijks had het kerkbestuur op haar vergadering van 7 juli 1872 besloten om elf nieuwe lichtramen van wit mat en gekleurd glas te doen plaatsen of zes dagen later op zaterdag 13 juli 1872 sloeg de bliksem in de toren. Hij brandde geheel uit, waarbij de klokken smolten en het kerkdak en orgel schade opliepen.
Met fl. 7.450 was P.M. Freulich uit Broekhuizen de laagste inschrijver voor het herstel.
Het middeleeuwse koor werd afgebroken en de kerk werd met een koortravee en een vijf-achtste koorsluiting verlengd. De vergroting van het priesterkoor werd gemetseld met de afbraakstenen van de toren en geschiedde zo perfect dat de overgang uiterlijk niet zichtbaar is.
De nieuwe toren werd opgetrokken met harde Waalsteen. Niet alleen door de verlenging maar ook door het aanbrengen van de huidige kruisribgewelven onderging het kerkgebouw inwendig een ingrijpende wijziging. De gewelven werden in stucwerk aangebracht met houten ribben en velden, die vanaf de kerkzolder bezien bestaan uit duizenden kleine latjes en riet die de pleister vasthouden.
In 1873 werd ook de biechtstoel en in 1880 ook het altaar van Bruissen vervangen. In de absis van de kerk werd drie door F. Nicolas uit Roermond geleverde gebrandschilderde ramen geplaatst. Met ziet links Jozef en Maria op zoek naar het kind Jezus, in het midden Jezus die leraart in de tempel en rechts de weer verenigde H. Familie.